Osteoporose
De mens heeft in totaal meer dan tweehonderd botten in het lichaam. Deze botten vormen tezamen het skelet waar het gehele lichaam op steunt. De botten in ons lichaam hebben als functie het ondersteunen van het lichaam, het beschermen van bepaalde gedeeltes van het lichaam en dienen als aanhechtingspunt voor spieren. Ook maken zij bloedcellen aan. Het botweefsel bestaat uit organische en anorganische stoffen. Het organische deel heet het osteoïd. Hierin worden anorganische stoffen afgezet zoals calcium en fosfor. Dit proces wordt mineralisatie genoemd.
Het botweefsel wordt voortdurend afgebroken en ook weer aangemaakt. De cellen die het botweefsel afbreken noemen we osteoclasten. Deze cellen zijn rijk aan enzymen die een rol spelen bij de afbraak van het botweefsel. De aanmaak van botweefsel wordt weer door andere enzymen geregeld dit zijn de osteoblasten. Deze cellen hebben enzymen die het botweefsel aanmaken door middel van het afzetten van calcium en fosfor.
De aanmaak van het botweefsel wordt door de volgende processen bestuurd:
-
De belasting die er op het bot wordt uitgeoefend.
-
Hormonen.
-
Vitamines (D).
De afbraak van het botweefsel wordt gestuurd door:
-
De immobilisatie van het bot (geen tot minimale belasting).
-
Bijschildklier hormoon.
-
Corticosteroïden.
-
Vitamines (A).
Osteoporose is een tekort aan bot deosteoïd. Hierdoor is het bot vele malen brozer en ontstaan er zeer snel breuken in het bot. Ook neemt het volume van het bot af. Hierdoor kunnen er bijvoorbeeld vervormingen van de wervelkolom ontstaan.
Eén op de vier vrouwen onder de zestig jaar heeft osteoporose. Op tachtigjarige leeftijd heeft de helft van de vrouwen osteoporose. Bij mannen is deze aandoening vrij zeldzaam.
Symptomen
Door de structuurverandering van het bot kan deze bijvoorbeeld ‘in elkaar gedrukt’ worden. Ter hoogte van de wervelkolom kan dit leiden tot een afname van de wervelkolom van wel enkele centimeters. Door deze afname kunnen andere plaatselijke structuren bekneld komen te zitten. Vaak ziet men bij deze patiëntengroep een bolle ineengebogen rug. Deze bolling wordt ook wel een kyfose genoemd. Vaak zijn bijkomende klachten dat de persoon in kwestie snel een botbreuk kan oplopen, voornamelijk in de wervels en in de heupen. Dit kan al gebeuren bij de minste of geringste botsing met een ander voorwerp of een vrij zachte val. Een veelvoorkomende breuk is de heupfractuur. Hierbij ontstaat er een breuk in het bovenste gedeelte van het bovenbeen. Door deze breuk kan de patiënt lange tijd niet meer lopen en worden de benen minimaal belast dit heeft weer als gevolg dat het botweefsel nog meer achteruit gaat.
Oorzaken
Osteoporose heeft meerdere oorzaken waardoor het kan ontstaan:
-
In de menopauze valt de productie van het hormoon oestrogeen weg. Dit is een essentieel hormoon voor de aanmaak van het bot.
-
Chronische ziekte processen zoals reumatoïde artritis.
-
Langdurig toedienen van corticosteroïden.
-
Immobilisatie.
Behandeling
Osteoporose is een aandoening aan het lichaam die niet genezen kan worden, het enige dat bij een behandeling gedaan kan worden is de achteruitgang van het botweefsel zo veel mogelijk afremmen.
Dit kan op de volgende manieren:
-
Het aanvullen van het calcium in het lichaam. Dit kan door middel van een dieet en door het toedienen van calciumtabletten.
-
Het toedienen van vitamine D.
-
Het toedienen van oestrogeen (door middel van de pil).
-
Het toedienen van natriumchloride. Dit stimuleert de enzymen en het calcium aan te maken in het bot.
-
Behandeling van de fysiotherapeut.
De bovenstaande therapie gaat vaak in combinatie met een behandeling van de fysiotherapeut waarin de belasting van het lichaam zo goed mogelijk wordt uitgemeten.
De belasting mag niet te laag zijn maar ook zeker niet te hoog. Dit kan de fysiotherapeut doen door samen met de patiënt bepaalde vormen van sport op een gedoceerde manier te doen en door de patiënt een juiste manier van belasten in het dagelijks leven aan te leren. Dit laatste kan door bijvoorbeeld houdingstherapie. Daarnaast kan er in een verder gevorderd stadium van de aandoening een bepaald gewricht vast gezet worden. Hierdoor heeft de patiënt minder kans om het desbetreffende gedeelte te breken.